Veel ACT-therapeuten hebben wel eens gehoord van Relational Frame Theory (RFT) en voor velen blijft het daar ook bij. RFT is geen makkelijk toegankelijke theorie ook al ligt deze mede aan de basis van ons werk met ACT. Al wordt er dikwijls geroepen dat het meer kennis nemen van RFT je werk met ACT kan verbeteren, haken velen af omwille van zijn (schijnbare) complexiteit en gebrekkige leesbaarheid.

Gelukkig zijn er recente ontwikkelingen op het gebied van de klinische toepasbaarheid en inzetbaarheid van RFT principes die hier eindelijk verandering kunnen brengen. Het team van Dermot en Yonne Barnes-Holmes hebben de laatste jaren hard gewerkt om fundamentele (talige) gedragsprincipes uit het lab te vertalen naar goed verstaanbare en praktische toepasbare werkvormen voor in therapie en supervisie. Ze wilden antwoorden kunnen geven op vragen zoals: Welke interventies doen je cliënt echt bewegen? Hoe beïnvloed je gedrag doelgericht? Hoe kun je beter weten wat je doet en met meer precisie handelen? Hoe stap je van protocollair werken over naar procesgericht werken?

Hiervoor hebben ze gewerkt aan een aantal klinisch conceptuele ontwikkelingen binnen RFT en hoe deze therapeutische assessment, interventies en de therapeutische relatie kunnen verbeteren. De ontwikkeling van de verbale functie analyse (VFA) is een voorbeeld van hoe je met RFT principes direct aan de slag kunt om je werk met ACT meer richting en precisie te geven. De VFA geeft de behandelaar tools om een gedegen individuele analyse te maken van het (talig) gedrag van de cliënt en zijn klinische interventies hier meer op te laten aansluiten. De VFA helpt ook om inzicht te krijgen daar waar cliënt-therapeutinteracties vast dreigen te lopen. Het doen van deze analyse is niet enkel een technische aangelegenheid, doch vraagt ook een warme en compassievolle connectie aan te gaan met je cliënt. Hoofd en hart dienen noodzakelijkerwijs samen te gaan. Klik hier voor een artikel over VFA in de praktijk.

Door: Roy Thewissen, docent ACT in Actie – Cursus en Opleiding