Alweer ruim een maand geleden vond het congres voor Klinisch Psychologen en Klinisch Neuropsychologen plaats in de Jaarbeurs in Utrecht. Dit jaar stond het congres in het teken van het thema van Preventie, met als prikkelende ondertitel: “Voorkomen is beter dan Genezen”. Op uitnodiging heb ik daar een lezing mogen verzorgen over ACT & Preventie.
Daarbij was het echter noodzakelijk om eerst stil te staan bij wat er precies wordt bedoeld met preventie, wat proberen we te voorkomen? Proberen we ziekte te voorkomen? Wat is dan ziek en wat is normaal? Is het de DSM-5 die dit bepaalt? Als 25% van de mensen in Nederland op jaarbasis voldoet aan een stoornis volgens deze DSM, kan er dan nog wel worden gesproken van abnormaal? Is het überhaupt wel te voorkomen dat je met periodes last hebt van (psychische) klachten? Is dit niet gewoon onderdeel van het mens zijn?
Wellicht is het doel van preventie niet zozeer het voorkomen van ziekte, maar het bevorderen van de geestelijke gezondheid. Echter daarbij kom je weer bij de vraag uit, wat wordt er dan precies bedoeld met deze geestelijke gezondheid? Geestelijke gezondheid lijkt vaak te worden gedefinieerd als één continuüm, van geestelijk ziek (veel psychopathologie) naar geestelijk welbevinden (afwezigheid van psychopathologie). Het is echter de vraag, of dit inderdaad twee polen zijn binnen één continuüm – of dat klachten en welbevinden wellicht toch twee verschillende aspecten zijn van geestelijke gezondheid.
Uit onderzoek van Keyes (2005) blijkt dat psychopathologie en welbevinden inderdaad twee losse dimensionele aspecten zijn, die met elkaar in verbinding staan maar niet geheel samenvallen (het twee continuamodel, zie onderstaande afbeelding). Dit heeft belangrijke implicaties voor de focus van onze preventie. Hieruit blijkt namelijk dat als je je alleen zou richten op de psychopathologie, dat nog niet hoeft te betekenen dat het welbevinden (of simpeler gezegd, geluk) van deze persoon ook daadwerkelijk toeneemt. Naast focus op de klachten is er dus ook expliciete aandacht nodig voor welbevinden.
Acceptance and Commitment Therapie is een transdiagnostische therapievorm die zich zowel richt op de klachten, als op het welbevinden van de mens. Vanuit het Acceptance onderdeel krijgen mensen handvatten om zich te verhouden tot hun klachten. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen wat er veranderbaar is (gedrag) alsook waar men geen directe controle over heeft (gedachten & gevoelens). Het Commitment onderdeel helpt mensen vervolgens om stil te staan bij datgene wat echt belangrijk is voor deze persoon (los van de klachten) – de persoonlijke waarden. Vervolgens wordt men uitgenodigd weer actief te gaan investeren in deze waarden. Kort samengevat zou het credo van ACT in de preventieve context dan ook de volgende kunnen zijn: Verander wat je kunt veranderen, Accepteer wat je niet kunt veranderen en Leef naar je Waarden!
Gezien ACT zicht richt op beide aspecten van de geestelijke gezondheid, is ACT ook goed inzetbaar in de preventieve context. Daarbij kun je denken aan het vergroten van algemeen welzijn van groepen, maar ook meer specifiek bij ouderschap, adolescenten, onderwijs, werk(stress), ouderen, medische zorg (etc). Daarbij moet wel gezegd worden dat de onderzoeken op dit vlak nog beperkt zijn – dus dat enige bescheidenheid over de effectiviteit op zijn plaats is. Echter er is duidelijk potentie voor de toepassing van ACT binnen de preventieve context!
N.B. Deze gehele lezing (+/- 45 minuten) is vanaf heden ook beschikbaar via ACTFLIX, onderdeel van de ACT in Actie – Academy.