Acceptance and Commitment Therapy (ACT) is een evidence based, transdiagnostische therapievorm die wordt ingezet bij verschillende problematieken. Recentelijk wordt ACT ook steeds meer ingezet bij de behandeling van trauma, gezien de focus vanuit ACT op experiëntiële vermijding een kernelement van traumaproblematiek (o.a. vermijden van pijnlijke herinneringen en gevoelens).
Onlangs verscheen er een review en meta-analyse van Rowe-Johnson en collega’s (2024), waar de effectiviteit van ACT bij Trauma bij volwassenen werd onderzocht. Via verschillende wetenschappelijke databases (o.a. PubMed, PsychInfo, Sciencedirect) werd er gezocht naar RCT’s die gericht waren op ACT en Trauma. Van de 11.467 artikelen die werden geïdentificeerd, werden er uiteindelijk 11 opgenomen in de meta-analyse.
Uit de gebundelde resultaten van deze meta-analyse bleek dat ACT effectief was in het verminderen van traumagerelateerde klachten (moderate effect size). Daarbij bleek dat er geen significante verschillen waren tussen de verschillende interventiegroepen (waaronder ook CGT). Bij verdere analyse van verschillende subgroepen, bleek dat de effectiviteit van ACT varieerde op basis van het type trauma: interpersoonlijk trauma en medische trauma’s leken sterker te reageren op ACT dan militaire trauma’s of ongespecificeerde trauma’s.
De onderzoekers concluderen dat ACT een waardevolle en effectieve behandelingsoptie voor trauma-gerelateerde symptomen kan zijn, echter geven ook aan dat er meer onderzoek nodig is om de effectiviteit van ACT bij trauma beter te begrijpen en deze te vergelijken met andere evidence-based behandelingen.
Bron: Rowe-Johnson MK, Browning B, Scott B. Effects of acceptance and commitment therapy on trauma-related symptoms: A systematic review and meta-analysis. Psychol Trauma. 2024 Oct 7. doi: 10.1037/tra0001785. Klik HIER om de samenvatting te lezen.
N.B. Wil je je verder verdiepen in ACT bij Trauma? Onlangs is het Casusboek ACT verschenen, met daarin ook een beschrijving van een ACT-behandeling bij traumaklachten (door Dr. Michaela Schok).