Het belang van een goede ACT-casusconceptualisatie werd onlangs op het Internationale ACT-congres tijdens de workshop van Kelly Wilson onderstreept (Case Conceptualization in ACT: A Practical Introduction to Formulating, Planning, and Explaining Successful Treatments Using Acceptance and Commitment Therapy). Voor de nieuwe online ACT-basiscursus van ACT in Actie heb ik voor het casusconceptualisatie-onderdeel per ACT-proces drie concrete vragen geformuleerd die je kunnen helpen bij het maken van een inschatting van dat specifieke ACT-proces bij jouw cliënt.

Acceptatie:
1. Wat zijn de emotionele controlestrategieën (controle, vermijding, afleiding), en in hoeverre worden deze ingezet?
2. In hoeverre is cliënt gefocust op zich goed proberen te voelen?
3. In hoeverre kan de cliënt reeds ruimte geven aan zijn vervelende ervaringen?

Defusie:
1. In hoeverre kan iemand zijn gedachten van afstand bekijken / uit zijn hoofd komen (versus piekeren)?
2. Kan iemand zijn gedachten observeren i.p.v. er automatisch op te reageren / analyseren.
3. Kan iemand vanuit werkbaarheid met zijn gedachten omgaan i.p.v. waarheid?

Zelf als Context:
1. Welke rollen dicht de cliënt zichzelf toe? In hoeverre is hij bewust van zijn constante zelf (ik ben)?
2. In hoeverre kan de cliënt flexibel omgaan met zijn zelfconcept (eigenschap als keuze i.p.v. eigenschap als automatisme)?
3. Hoe staat het met zelfcompassie?

Hier en Nu:
1. In hoeverre is er voldoende aandacht voor het hier en nu (i.p.v. focus op verleden en toekomst)
2. Is er aandacht voor alle aspecten van het hier en nu: binnen- & buitenwereld, alsook positieve en negatieve aspecten?
3. Handelt de cliënt regelmatig met aandacht of vooral vanuit de automatische piloot?

Waarden:
1. Heeft de cliënt zicht op wat echt belangrijk is voor hem / haar?
2. In hoeverre kan de cliënt contact maken met eigen wensen, behoeften en drijfveren?
3. Zijn de drijfveren van de cliënt intern of juist extern opgelegd (verwachtingen)?

Toegewijd Handelen:
1. Wordt er gehandeld vanuit waarden of vanuit andere drijfveren (v.b. angst, regels of zelfbeeld).
2. In hoeverre is iemand in staat om om te gaan met obstakels en te blijven investeren in de gekozen waarde?
3. In hoeverre kan iemand zijn handelen flexibel aanpassen als blijkt dat zijn acties niet het gewenste effect hebben?

Interesse in de online ACT-basiscursus? Kijk dan hier voor meer informatie.