Zowel Acceptance and Commitment Therapie (ACT) als de Dialectische Gedragstherapie (DGT) zijn therapieën die vallen onder de noemer van de derde generatie gedragstherapieën. Onlangs is er een interessant artikel van Ruork en collega’s (2022) verschenen waar deze twee therapievormen met elkaar worden vergeleken. Daarbij wordt er zowel stilgestaan bij de overeenkomsten tussen deze twee vormen van derde generatie gedragstherapie, alsook de duidelijke verschillen. In deze blog delen we graag de highlights van het artikel.

ACT & DGT: Overeenkomsten
– ACT als DGT zijn contextueel gebaseerde gedragstherapieën – beide gaan ervanuit dat gedrag het beste kan worden begrepen in de context waarin deze plaats vindt. Er wordt bij beiden dus gekeken wat vooraf ging aan het gedrag (antecedent), alsook wat het gevolg is van het gedrag (consequent). Beide therapieën focussen ook op gedragsverandering, waarbij effectief gedrag wordt gedefinieerd als gedrag dat bijdraagt aan een waarde(n)vol leven.
Negatieve ervaringen zijn een normaal onderdeel is van het menselijk leven en onze neiging om deze ervaringen te vermijden leidt tot extra problemen / lijdensdruk. Beide therapieën bieden dan ook handvatten om je op een gezonde manier te leren verhouden tot deze negatieve ervaringen.
– Beide therapievormen zijn gebaseerd op een aantal basisprincipes, welke flexibel kunnen worden gehanteerd om de behandelsessies vorm te geven (geen sessie voor sessie behandelprotocol, zoals bij veel CGT-behandelingen).

ACT & DGT: Verschillen
– DGT is oorspronkelijk ontwikkeld voor suïcidale cliënten – en derhalve veel ingezet bij borderline persoonlijkheidsproblematiek (met als primaire doel het reduceren van het suïcidale gedrag).
ACT is ontwikkeld als een transdiagnostische interventie, die breed inzetbaar was (en dus niet ontwikkeld met focus op één specifieke doelgroep). Het doel van ACT is ook niet zozeer klachtreductie, maar het ontwikkelen van de psychologische flexibiliteit. Daarbij is er aandacht voor het omgaan met interne obstakels, alsook aandacht voor betekenisverlening – in de vorm van het verhelderen van de waarden van de cliënt.
– Er worden andere modellen gebruikt waarvanuit de ontwikkeling van psychologische problemen worden verklaard. De DGT gebruikt hier het biosociale model van emotiedysregulatie, waarbij er vanuit wordt gegaan van een biologische kwetsbaarheid (vb temperament) en een invaliderende sociale omgeving. De Relational Frame Theory (RFT) wordt gebruikt als verklarend model bij ACT, waarbij ons vermogen tot het gebruik van taal wordt gezien als katalysator voor ons leersysteem – waarbij helaas ook negatieve bijeffecten zijn, namelijk het verstrikt raken in deze taal (met als gevolg het in het hoofd zitten, alsook door interne regels de neiging hebben negatieve ervaringen in onze binnenwereld te willen vermijden).
– Er worden andere werkzame mechanismen van de interventies verondersteld. Bij de DGT wordt ervanuit gegaan dat emotie-regulatie het kern-mechanisme is van de therapie. Bij ACT wordt ervanuit gegaan dat de het vergroten van de psychologische flexibiliteit middels de zes verschillende ACT-processen het werkzame mechanisme van ACT is.
– Bij DGT wordt er een vaste opzet gehanteerd voor de behandeling en dienen er tijdens een
behandelsessie een aantal voorgedefiniëerde elementen aan bod te komen waardoor het snel een format krijgt van een training (inclusief vaste tijdsduur). Bij ACT zijn er geen specifieke elementen die tijdens de behandelsessie aan bod moeten komen, noch vaste behandelonderdelen of volgorde die moet worden gevolgd tijdens de behandeling.

Waarom is dit relevant? Gepersonaliseerde indicatiestelling!
ACT en DGT hebben dus een aantal overeenkomsten, alsook een aantal onderdelen waar ze duidelijk verschillen van elkaar. Kennis over deze overlap alsook de onderscheidende elementen kan bruikbaar zijn bij het proces van de meer gepersonaliseerde indicatiestelling. Heeft iemand de neiging zijn negatieve gedachten en emoties uit de weg te gaan (experiëntiële vermijding), of zijn er problemen op het vlak van zingeving – dan zou ACT een passende behandelindicatie kunnen zijn. Zijn er beperkingen in het hanteren van deze negatieve emoties (met name op het vlak van uitageren), dan zou DGT een meer passende indicatie kunnen zijn.

Bron: Ruork, A. K., Finkelstein, J., McLean, C. L., & Rizvi, S. L. (2022). Dialectical Behavior Therapy and Acceptance and Commitment Therapy: Areas of Overlap and Distinction. Journal of Contemporary Psychotherapy. https://doi.org/10.1007/s10879-022-09550-x