Een mooie manier om na opleiding en supervisie jouw ACT-vaardigheden verder uit te bouwen en aan te scherpen is middels intervisie. Je zou intervisie kunnen definiëren als een vorm van deskundigheidsbevordering, waarbij professionals een beroep doen op collega’s om me te denken over persoonsgebonden en rolgebonden vraagstukken en knelpunten in de klinische praktijk. Er zijn verschillende intervisie-modellen beschikbaar om een intervisie-groep vorm te geven. In de USA is er specifiek model voor ACT ontwikkeld: het Portland Model (Thompson et al., 2015). Dit model geeft houvast in de vorm van structuur en focus, om zo effectieve ACT-intervisie bijeenkomsten te realiseren. In dit artikel zullen we het Portland-model beknopt introduceren.

Deel I: Introductie & Opening
Tijdens het eerste deel van de intervisie-bijeenkomst er is aandacht voor een heldere bepaling van de structuur en focus van de intervisie-bijeenkomst. Deze structuur wordt gewaarborgd door drie verschillende rollen:
– Opening Exercise Leader: Leidt de start-oefening van de intervisie-bijeenkomst (en geeft gelijk de mogelijkheid voor een groepslid om te oefenen met het voordragen van geleide oefeningen).
– Group-leader: Deze verzorgt de bewaking van de structuur van de intervisie-bijeenkomst en verzorgt eveneens de tijdsbewaking.
– Process-facilitator: Waakt ervoor dat de groep een ACT-focus blijft behouden en stuurt waar nodig bij.

Opzet deel I:
1. Start met een aandachtsoefening zodat iedereen met aandacht in hier en nu aanwezig is, alsook in verbinding kan staan met de onderliggende waarden waarom hij/zij aan deze groep deelneemt (10 minuten).
2. Opening intervisie (40 minuten)
– Introductie-ronde (indien er nieuwe leden zijn, anders overslaan).
– Check of de verdeling van de drie intervisie-rollen helder is.
– Bekijken of rollen voor eerste deel van de intervisie verdeeld zijn.
– Stilstaan bij openstaande zaken van vorige bijeenkomst.
– Bepaal de agenda voor deze bijeenkomst (mededelingen, kort casuïstiek-vragen, theoretische discussie).
– Bepaal de te besteden tijd per punt en loop zo de verschillende punten na. Agendapunten die niet aan bod zijn gekomen opschrijven voor de volgende bijeenkomst.

Deel II: Experiential Skills Building
Dit deel staat in het teken van vaardigheidstraining, door ACTief aan de slag te gaan met rollenspellen. Hierbij zijn de volgende rollen te verdelen:
– Skills-builder => Therapeut die wil oefenen met bepaalde oefening / ACT-proces.
– Assistant to Skills-builder => Ondersteund de therapeut tijdens zijn oefening, als hij/zij daarom vraagt.
– Case-presenter => De casus / cliënt.
– Hexaflex-monitor => Observator die de verschillende ACT-processen monitort tijdens de oefening (ook de processen die niet expliciet de focus zijn van de beoogde oefening).

Opzet deel II:
1. Skills-building: Oefenen in een rollenspel (30 minuten).
2. Debriefing: Skill-builder & Case-presenter delen ervaringen uit het rollenspel (5 minuten per persoon).
3. Hexaflex monitor deelt vervolgens zijn / haar observaties (5 minuten).
4. Technische discussie: Tezamen bespreken van het rollenspel. Wat was ACT-consistent, wat was niet consistent? (20 minuten).
5. Verdelen van de rollen voor deel I van de volgende intervisie bijeenkomst (5 minuten).

Het Portland-model betreft dus een zeer uitgebreid intervisie-model. Vanuit tijdsperspectief kan er ook voor worden gekozen om Deel I en Deel II af te wisselen (ene bijeenkomst Deel I, tweede bijeenkomst Deel II). Het is zeer aan te raden om Deel II (het Skills-Building-deel) niet te gaan vermijden. Vaardigheden ontwikkelen je alleen door er ook mee te gaan oefenen!

Interesse in het Portland-model? De ontwikkelaars hebben het model volledig uitgeschreven in dit artikel. Collega Annick Seys en Jacqueline A-tjak hebben ook een handzaam boekje over intervisie geschreven (Intervisie met impACT), waarbij in één van de hoofdstukken het Portland-model ook uitgebreid wordt uitgewerkt.