De huidige klinische praktijk, alsook het wetenschappelijk onderzoek wordt gedomineerd door een stoornis-specifieke benadering. Symptomen worden geclusterd in DSM-5 classificaties (Of ICD-10/11), waarna er vervolgens onderzoek wordt gedaan naar effectieve interventies voor de verschillende classificaties c.q. stoornissen. Dit is het uitgangspunt voor onze evidence based behandelingen. En hoewel de waarde van deze evidence based behandelingen niet wordt betwist, zijn er wel kritische kanttekeningen te plaatsen bij deze stoornis-specifieke benadering.

De manier hoe wij deze stoornissen conceptualiseren, namelijk middels clustering van een aantal symptomen leidt in de praktijk tot grote overlap tussen de verschillende stoornissen (gezien gelijke symptomen bij verschillende stoornissen voorkomen). Hierdoor hebben meer dan de helft van de patiënten naast hun primaire stoornis één of meerdere comorbide stoornissen. De vraag is echter of deze ook allemaal een eigen unieke etiologie (ontstaansgeschiedenis) hebben die apart dienen te worden aangepakt middels een stoornisspecifieke behandeling.

Een alternatieve benadering betreft de transdiagnostische benadering. Deze kijkt stoornisoverstijgend naar de onderliggende processen waaruit de verschillende klachten voortkomen alsook naar de processen die de klachten in stand houden. Voorbeelden van mogelijke transdiagnostische processen die waarschijnlijk een rol spelen bij een veelheid aan psychische stoornissen zijn: piekeren/rumineren, experientiele vermijding, aandacht & emotieregulatie.

Deze transdiagnostische benadering is relatief nieuw, op het moment van schrijven zijn er dan ook nog geen evidence based behandelingen voorhanden voor deze processen. Wel zijn er een aantal interventies ontwikkeld welke zich specifiek richten op deze processen (ipv een specifieke stoornis). Voorbeelden hiervan zijn het Unified Procotol for Transdiagnostic Treatment of Emotional Disorders en de Rumination-Focused CBT. Ook vanuit het wetenschappelijk onderzoek is er een model ontwikkeld die als leidraad kan worden gebruikt om de onderzoekfocus meer op deze onderliggende processen te richten (RDoC-model).

Acceptance and Commitment Therapy (ACT) kan worden gezien als een transdiagnostische behandeling. Hoewel deze vanuit onderzoek als evidence based behandeling is aangemerkt voor verschillende stoornissen, richt ACT zich op een aantal van de eerdergenoemde onderliggende processen, te weten experientiele vermijding alsook de cognitieve fusie. Vanwege de focus op deze transdiagnostische processen kunnen we ook begrijpen waarom ACT als therapie breed inzetbaar is bij een verscheidenheid aan stoornissen (en waarschijnlijk ook effect heeft op de andere aanwezige comorbide stoornissen).