“Kun je wel werken met Acceptance and Commitment Therapy (ACT) bij mensen die vallen binnen het autismespectrum?” Dit is een veelgehoorde vraag van professionals. De ervaring van Rianne Jansen en Marieke Wubs – specialisten op vlak van de toepassing van ACT bij autisme – is dat dit wel degelijk het geval*. Het is daarbij echter wel belangrijk om rekening te houden met een andere manier van informatieverwerking en (mogelijk) verminderd voorstellingsvermogen. In deze blog gaan Rianne en Marieke in op de twee misconcepties over het werken met ACT en Autisme – en introduceren een op ASS afgestemd ACT-model.
#1. Je kunt geen gebruiken maken van ACT-metaforen bij mensen met autisme, ze nemen deze te letterlijk.
Het is wel degelijk mogelijk om gebruik te maken van ACT-metaforen in een ACT-behandeling van iemand met autisme. Wanneer je metaforen wilt gebruiken bij jouw cliënt met autisme is het belangrijk een metafoor te kiezen die aansluit bij de interesse en belevingswereld van de persoon. Stel daarnaast de vraag: “Kun je je voorstellen dat…?” vanwege een eventueel verminderd voorstellingsvermogen en leg het doel van de metafoor eerst duidelijk uit. Omdat ervaringsgericht leren van belang is, ga je de metafoor daarna ervaren door deze uit te spelen. Hierdoor maak je de communicatie visueel (en hoeft minder woorden te gebruiken), train je het voorstellingsvermogen en door het object mee te geven wordt de generalisatie naar andere contexten mogelijk.
#2. Het proces creatieve hopeloosheid is te bedreigend voor mensen met autisme, vanwege hun behoefte aan voorspelbaarheid.
Autistisch of niet: gedrag veranderen is verdraaid lastig! Onbekend terrein is immers spannend voor iedereen. Waarom zou je iets dat bekend en veilig voelt loslaten, als je geen flauw idee hebt, of als je je misschien helemaal geen voorstelling kunt maken van wat hiervoor in de plaats komt? Het is echter ook voor mensen met ASS van belang om stil te staan bij hun emotionele controlestrategieën – en de concrete effecten hiervan op lange en korte termijn. Zolang je overtuigd bent dat iets werkt, gaat immers niemand veranderen. De metafoor ‘De Rotonde’ kan hierbij helpend zijn met de daaraan gekoppelde bereidheidsvraag. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is om niet uit de bocht te vliegen – dat iemand met ASS zichzelf emotioneel niet overvraagd. Onderzoek samen met je cliënt of er sprake is van vermijding of juist van functionele invloed (zelfzorg). Bereidheid is altijd de keuze van de cliënt zelf en het is belangrijk om niet over grenzen heen te gaan.
Het ‘interACTiemodel’:
Speciaal voor het toepassen van ACT bij autisme, hebben Rianne en Marieke een op ASS-afgestemd ACT-model ontwikkeld: het interACTiemodel (zie onderstaand figuur). Met het ‘interACTiemodel’ werk je met je cliënt aan ik-versterking. Hierbij speelt niet het oppimpen van het zelfbeeld een rol, maar het leren opmerken door training van de zes ACT- pijlers: wat gebeurt er in de interactie met jezelf, met de ander en met de omgeving? Dus: hoe kan ik een vriendelijke relatie onderhouden met mezelf en met de ander in de wereld waarin we een dynamische positie innemen?
En omdat mensen, autistisch of niet, geen breinen op pootjes zijn, hanteren we een holistische, enactivistische visie, waarbij we geen scheiding maken tussen lichaam en geest en binnen- en buitenwereld. Lichaam en geest zijn onlosmakelijk verbonden en vormen elkaar en hetzelfde geldt voor onze binnen- en buitenwereld. Daardoor is autisme ook niet een probleem van een individu, maar omvat het een scala van eigenschappen die een probleem kunnen worden wanneer de autistische persoon in aanraking komt met de omgeving. Het is dus belangrijk om juist interactieprocessen te ondersteunen, omdat deze vaak moeizamer verlopen bij mensen met autisme.
N.B. Onlangs hebben Rianne en Marieke een masterclass opgenomen over ACT bij Autisme. Deze is voor cursisten van ACT in Actie gratis te bekijken via ACTFLIX.