Voor veel sporters geldt dat ze ooit begonnen zijn met hun sport uit liefde voor het spelletje. Genieten van het rennen over het veld met je teamgenoten, van de backhand die eindelijk strak langs de lijn gaat, van de soepele sprong over de hindernis of van de harde smash waarmee je een punt scoort. Het komt echter regelmatig voor dat die pure liefde voor de sport, ook wel ‘beginnersgeest’ genoemd, zoekraakt bij sporters die veel met hun sport bezig zijn.
Wanneer het leveren van prestaties belangrijk(er) wordt of de sportbeoefening meer tijd en energie gaat vergen, kan het plezier op de achtergrond raken. Kritische gedachten (‘ik mag geen fouten maken, ik doe het niet goed genoeg, het moet nu lukken, ik kan het niet’) nemen de overhand en zorgen voor veel frustratie en teleurstelling. Die gedachten, vaak resulterend in onzekerheid en zenuwen, kunnen leiden tot vermijdingsgedrag: niet meer handelen zoals je dat wilt, met een vreugdeloze beleving van de sport als gevolg. Denk aan de voetballer die alleen nog tikkies breed geeft, de atleet die plichtmatig zijn trainingen afwerkt of de volleybalster die geen lol meer maakt met haar teamgenoten.
Gardner en Moore stellen in hun boek Clinical Sport Psychology (2006) de traditionele training van mentale vaardigheden gebaseerd op cognitieve gedragstherapie ter discussie en bieden een alternatief programma gebaseerd op de principes van Acceptance & Commitment Therapy (ACT). Met name in de laatste paar jaar is de toepassing van ACT binnen de sportpsychologie in een stroomversnelling geraakt en werken steeds meer sportpsychologen, nationaal en internationaal, op basis van dit theoretisch kader. In het boek Mindfulness en Acceptance in Sport van Henriksen, Hansen & Larsen (2019) zijn mooie voorbeelden te vinden van de toepassing van ACT in de sport.
Martijn Ruitenburg en Pepijn Lochtenberg verdiepen zich sinds 2012 in de toepassing van ACT binnen de sport. Samen hebben ze de Masterclass ACT & Sport gemaakt, die binnen de ACT in Actie Academy te bekijken is.