Het leren werken met Acceptance and Commitment Therapy begon voor mij – Roy Thewissen, en ik denk vele anderen, met het leren kennen en toepassen van het psychologisch flexibiliteitsmodel (de hexaflex) van Hayes, Wilson & Strosahl (1999). Ik leerde de zes componenten van het overkoepelende construct ‘psychologische flexibiliteit’ door zelf de bijhorende oefeningen en metaforen te ondergaan, er over te lezen en het trachten over te brengen bij mijn cliënten. Vallend en opstaan, uitproberend en bijschavend, stuntelend en soms met de nagel op de kop werd ik vaardiger in het toepassen van de vele interventies onder de bekende noemers van de hexaflex. Ik kreeg niet alleen de componenten beter in mijn vingers, ik merkte als vanzelf dat ik deze meer flexibel kon inzetten, kon omschakelen van de ene naar de andere component (zij het in woord, oefening of beeldspraak. Ik begon (thans zo geloof ik toch) de ‘taal van ACT’ beter te ‘be-grijpen’ en spreken. Mijn cliënten hadden er oor naar en lieten (dikwijls toch) veranderingen zien in hun gedrag dat ik ACT-consistent (zie de eerste ACT therapie video’s) noemde.

Tijdens dit leerproces merkte ik dat ik in den beginne veelal vanuit mijn hoofd werkte en dat werd niet altijd in dank ontvangen door de cliënt. Ik miste dan de connectie met wat zij beleefde en ervaarde. Dit ter ergernis en frustratie van de cliënt en zeker ook mezelf. ACT doet ge niet vanuit uw hoofd weet ieder (en ook ik toentertijd); het is een experiëntiële vorm van gedragstherapie, dat vraagt om u te verbinden met de belevingswereld van de cliënt. En toch evident bleek dat niet. Vele uren spendeerde ik in het oefenen in workshops, opleidingen, volgen van supervisie en intervisie, en natuurlijk het geleerd blijven omzetten in mijn praktijk.

Al dit werk begon meer en meer zijn vruchten af te werpen en ik begon ACT meer te doen vanuit mijn hart. Contact makend met mijn eigen belevingswereld kwam ik meer en makkelijker in contact met de belevingswereld van mijn cliënten. Ik leerde gaandeweg me dus meer te richten op het proces van de interactie tussen mij en mijn cliënt en het proces van verandering van mijn cliënt. Deze dynamische en organische manier van werken had veel meer oog voor het levensverhaal van de cliënt en hoe de geschiedenis daarvan een grote impact heeft op diens functioneren in de huidige omstandigheden. Hierbij ging het niet alleen om het werken met of vanuit het hart; het had evenzeer nodig om het hoofd te blijven betrekken in het therapeutisch proces. Het hoofd had een exacter en duidelijk kader nodig om in verbinding met het hart zijn zinvolle bijdrage te kunnen leveren.

Ik zocht en vond dit kader in de klinische toepassing van gedragsprincipes uit de Relational Frame Theory, RFT (onder lering en supervisie van Yvonne Barnes-Holmes). Verscheidene jaren cultiveerde een synergie tussen mijn ervaring in het experiëntieel- en procesgericht werken met mijn cliënten en mijn kennis van de meest recente ontwikkelingen o.g.v. RFT. Ik doorliep dit pad samen met Lieve Bruyninx, Yvonne Barnes-Holmes, Ciara McEnteggart en Marjolein Vleugel en samen hebben wij onze ervaringen en kennis gedeeld in het eerste Nederlandstalige boek over procesgerichte Acceptance and Commitment Therapy, getiteld: ACT met Hoofd en Hart – welke vanaf vandaag: donderdag 15 september HIER te bestellen is. Hier delen zij en ik hoe wij de synergie tussen hoofd en hart maken in ons procesgericht werken met ACT.

P.S. Volgende week zal er via dit kanaal een GRATIS masterclass van een uur over Procesgericht werken met ACT beschikbaar worden gesteld. Stay tuned…